There ain't no mountain high enough
Door: MatthijsenErik
Blijf op de hoogte en volg Mattijs
07 September 2021 | Montenegro, Virak
Na het oversteken van de grens gaat het natuurgeweld verder in Montenegro. En wellicht omdat de verwachtingen laag waren worden we er beiden toch wel door overweldigd. Nog mooier is dat de rol van de navigator tegenwoordig grotendeels is gevangen in elektronische kastjes. Dit geeft een gezamenlijke vijand, in tegenstelling tot die ruzie die je ouders vroeger hadden omdat 1 van beiden geen kaart kon lezen en de ander niet kon rijden. In ieder geval is de helft van dat probleem opgelost. Ons kastje heeft al wat episodes gehad, maar nu komt er een keer wat leuks van. Heerlijk droog stuurt ze ons linksaf de R14 op (P14 mag ook). We komen tot stilstand op de kruising en kijken een met de hand uitgehouwen rots in zonder verlichting. We kijken elkaar nog aan en denken “why not”. Het is het begin van een geweldige bergrit, door nog meer manueel gehouwen tunnels, waarin haarspeldbochten zijn weggewerkt. Snel stijgend beklimmen we de lokale bergen om uiteindelijk op de vlakte boven op de berg met draaiende en snel in hoogte wisselende wegen een eigen achtbaan te rijden. Af en toe even wachten op een stuk overstekend hamburger of op een wandelende trui, maar verder prima te doen.
Wanneer we stoppen om eens van het uitzicht te genieten komen twee Duitsers even ein Gespräch anknupfen – oder so etwas. “You guys are in a hurry huh”, vraagt de bestuurder van het busje dat ons overigens gewoon bijhield. Erik kijkt net zo schaapachtig als de trui die hij een paar keer voorrang heeft gegeven. Zo’n 3 uur later in het hotel bedenkt hij het antwoord: “het zal wel aan de striping liggen dat we zo snel lijken”. Eenmaal in Zabaljak aangekomen (wie bedenkt deze namen), hebben we niet genoeg over voor Hotel SOA. Dan maar een ander hotel met minder leuke naam. Het hotel is echter super luxe, met een geweldige ontvangst. We worden ook nog naar de kamer geleid en krijgen wat tips voor de lokale eethuizen. Ze verteld ons ook nog dat er een Jacuzzi is en dat de receptie om 9 uur dicht gaat (vergeet je sleutel niet). Op het moment dat we voor het diner vertrekken krijgen we nog 2 flesjes wijn en een kaasplank als welkom – wow. We lopen cross-country naar het restaurant en Erik probeert weer vegetarisch – hetgeen faalt omdat hij een stuk Goulash probeert van Matthijs.
Om 21.00 vertrekken we weer vanaf de kamer in badjas en met kaasplankje naar de jacuzzi. Het is maar 5 graden buiten in de bergen, maar de Jacuzzi is 37. Door een kleine miscommunicatie bedoelde de receptioniste dat als de receptie dichtgaat, de jacuzzi dat ook doet. Maar aangezien ze in haar eigen woorden “Ruined your evening plans”, weet ze de bubbeljets toch weer aan te slingeren. Wij chillen nog lekker 2 uurtjes met onze versnaperingen onder de voorbijdraaiende sterrenhemel.
In de ochtend eten we ons ontbijt in de minst handigste, steenkoudste (ja nieuw woord, dibs), meest spiegelende kleine ontbijt zaal die we tot op heden hebben bezocht. In dit kleine hokje is gekozen voor drukke frames waar je geen been onder kwijt kunt. Dat we ons richten op interieuradvies geeft wel aan dat we verder kunnen. We slingeren de bak naar Durmitor NP en kunnen gelukkig in Euro’s betalen. Het leuke was dat we tijdens het avondeten gisteren verbaasd waren dat er ook al euro’s op de kaart stonden. Het internet leerde ons dat Montenegro geen eigen munt heeft. En dat na het vervallen van de Duitse mark voor de Euro, Montenegro maar meegelift is. Erik zegt dat hij geen auto bij zich heeft, hetgeen weer parkeerkosten scheelt. Niet dat hij de vraag echt had verstaan tot we al de halve dag hebben gewandeld. We lopen naar black lake, en er valt toch wel iets op. Het meer is niet zwart, en Montenegro heeft ook nog geen zwarte berg. Zou zwart hier iets anders betekenen? Lang kunnen we er niet over nadenken, want we hebben een wandeling uitgekozen vanaf een bord met een pijltje en een tijdsduur. Na een rustig begin langs het meer blijkt deze route echter via lastige paadjes zo goed als recht omhoog te gaan. Uiteindelijk komen we met veel gezucht boven bij Jablan Crzesno. Crzesno staat voor meer, Jablan kunnen we niet echt duidden. Het is een serene plek, maar spectaculair is het uitzicht niet. Gelukkig hebben we wel wat van dat uitzicht onderweg. Op de terugweg krijgen we gezelschap van een hond. Deze heeft waarschijnlijk de laffe-herder-blaf van Erik gehoord en kwam kijken of er wat te beleven viel. De paadjes naar beneden zijn zo afgewerkt en we trappen de wagen weer in de versnelling.
Na een relatief korte rit komen we aan in de lokale vorm van Monaco: veel op een berg gepropt tegen een baai aan. Overal verwende mensen en vergane glorie. Het is de eerste keer dat Goldmember wat raars doet met de motor: bij stationair draaien is het toerental wat onregelmatig. Het heeft geen invloed op het rijden, of het parkeren. Voor de zoveelste keer is parkeren bij het hotel bij aankomst een ramp. Matthijs parkeert ons voldoende aan de kant, maar schijnbaar zijn er wat verwende gasten van het hotel die het moeilijk vinden om het stuur te gebruiken. Een zongebruinde Kroaat zwaait en bromt naar ons dat hij incapabel is. Tenminste, dat is de vrije vertaling en genomen auteursvrijheid. Nog mooier is dat dit hele tafereel wordt aangezien door knopjesman. De knopjesman van het hotel drukt op het juiste knopje om de juiste slagboom te openen op het juiste moment – over skill cap gesproken. Hij spreekt ons niet aan, en reageert ook niet op Erik als hij vraagt wat de bedoeling is. Na incheck in het hotel vertelt de medewerkster aan knopjesman dat ook wij achter de slagboom mogen staan. Hij drukt perfect op tijd op het knopje – geweldig.
Eenmaal op de hotelkamer blijkt er recent nog wat verbouwd – het boorresidu is nog aanwezig. Na een telefoontje krijgen we een upgrade naar een andere kamer. Eentje waar de bediening van de airco het niet doet. We besluiten het rustig aan te doen en dineren met romantische lijfmuziek op het dakterras. De muziek was niet echt live trouwens, het was vooral een lijf dat muziek probeerde te maken.
De volgende dag zullen we die wandeling in de baai van Kotor eens afwerken. Behalve dat blijkt dat ons hotel wel in de baai ligt, maar dat Kotor nog meer dan een uur rijden is. We zoeken een lokaal alternatief en starten vol goede moed. Na enige tijd blijkt het echter een vergaan pad te zijn met zoveel stekels en prikkelplanten dat het ons geen gebroken enkels of moeite meer waard is. Terug naar de wagen en op naar de volgende. De navigatie trapt ons nog een keer na in Montenegro. Wanneer we deze volgen voor een alternatieve route de stad uit worden we door nauwe, steile straatjes gestuurd die vrij uitdagend zijn met dit formaat auto. Wanneer we op een gegeven moment rechtsaf moeten geloven we niet dat het past. Dat geloof wordt versterkt door een andere Mercedes die vastzit in diezelfde bocht. We rammelen nog wat straatjes af om toch maar via de hoofdweg het dorp te verlaten. Eerst nog even tanken – en wel weer bij een volledig service station. Matthijs is echter sneller met het aanzetten van de pomp dan de ietwat trage bediende. Deze kan het niet helemaal hebben dat een toerist denkt zijn werk te kunnen zonder opleiding: “is this a Diesel”? Waarop Matthijs de pomp toch controleert om zeker te weten dat er benzine in gaat. Erik snapt niet dat de pompbediende nog leeft.
-
08 September 2021 - 15:31
Bert:
Weer een mooie bloemlezing over jullie avonturen in de bergen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley